In Brussel wordt hard gewerkt aan een herziening van de EVOA-Regels die het onmogelijk moet maken voor niet alleen afvalstromen maar ook hoogwaardige recyclingstromen als metalen of oudpapier, om deze buiten de Europese grenzen te exporteren. Tenzij kan worden aangetoond dat de verwerking in het betreffende land geschiedt onder ‘vergelijkbare omstandigheden’ als binnen de EU. Een bizarre ontwikkeling, vindt MRF-directeur Hans Koning.
Er is geen woord dat ik in de afgelopen maanden zo vaak voorbij heb horen komen in Brussel als ‘vergelijkbare omstandigheden’. Degenen die zich met export van recyclingstromen bezighouden weten dat in de Europese EVOA Verordening een bepaling staat dat recyclingstromen buiten de EU onder vergelijkbare omstandigheden (‘broadly equivalent conditions’) moeten worden gerecycled als binnen de EU.
Tot op heden is daar geen praktische invulling aan gegeven. Als het aan de EU en Nederland ligt, gaat daar nu rap verandering in komen. In Brussel wordt achter de schermen hard gewerkt aan een herziening van de EVOA-regels die het onmogelijk moet maken voor niet alleen afvalstromen maar ook hoogwaardige recyclingstromen als metalen of oudpapier om deze buiten de Europese grenzen te exporteren, tenzij kan worden aangetoond dat de verwerking in het betreffende land geschiedt onder ‘vergelijkbare omstandigheden’ als binnen de EU.
Als je de aangiftes leest in de strafzaak die wordt aangespannen door omwonenden van Tata Steel waar de tenlastelegging spreekt van het ‘gewetenloos en opzettelijk in de lucht en bodem dumpen van gevaarlijke stoffen, dan krijg je niet het idee dat wij het recht van spreken hebben over andere landen. Maar dat is natuurlijk wat zuur. In Nederland lopen wij qua milieu en arbeidsomstandigheden ver voor op het gros van landen in de wereld. Zowel buiten als binnen Europa. Kinderarbeid hebben we afgeschaft in 1874 met het Kinderwetje van Van Houten. Anderhalve eeuw later hebben tal van landen dat nog niet voor elkaar.
Zonder enige vraag ‘over vergelijkbare omstandigheden’ wordt ons land overspoeld met goedkope elektronica en snuisterijen. En we weten allemaal wat de milieuimpact hiervan is. Zowel in het land van herkomst als in ons eigen land, omdat die rommel binnen de kortste keren het begeeft en in het afvaltraject terecht komt. Het gros van de kleding bij ons in de winkels is geproduceerd onder omstandigheden, waar we grote vraagtekens bij kunnen zetten. Zowel voor wat betreft de milieu impact als de kinderhandjes die voor een deel van dat textiel in de weer zijn geweest. Ook vragen we niet naar ‘vergelijkbare omstandigheden’ als het gaat om de enorme milieugevolgen van de ontginning van lithium en kobalt voor al onze duurzame producten, en wat dacht u van al die zeldzame aardmetalen uit conflictgebieden.
Nee, Brussel eist straks wel verantwoording over de omstandigheden waaronder hoogwaardige recyclingstromen worden verwerkt. Secundaire grondstoffen die een grote economische waarde vertegenwoordigen en waarvan de inzet in de productie sterk bijdraagt aan de reductie van CO2 emissies en energieverbruik in die landen. Dan ontbreekt elke logica…
Hans Koning | directeur MRF
Gepubliceerd in MRF Circulaire, juni 2021