Wat is nu eigenlijk de meerwaarde van het verenigd zijn in een branchevereniging als onze MRF?

Nou, dat kan ik wel vertellen! Het is ‘samen zijn we sterk’. Lekker afgezaagd; laat ik dit duidelijker maken. Nieuwe wet- en regelgeving rolt zich voor onze branche de afgelopen decennia steeds sneller uit, op meerdere vlakken. Soms - of zelfs vaak - denken wij dat dit ons niet raakt in ons dagelijkse werk en uitvoering. Dat komt doordat we niet altijd de reikwijdte (over)zien. Zoals in het geval van de nieuwe Omgevingswet. Die heeft als doel om alles gemakkelijker en efficiënter te maken. Maar is dat ook zo voor onze bedrijven? 

Door de voortdurende alertheid van onze bestuursleden en MRF-adviseurs blijkt namelijk dat deze wijziging op termijn grote gevolgen kan hebben voor onze leden. En zijn we als MRF op tijd om ons bezwaar in te kunnen dienen. In deze Circulaire gaat redacteur Hans Fuchs nader in op de wijzigingen en de soms verstrekkende en ongewenste gevolgen van die Omgevingswet. Ook hebben we ons licht weer opgestoken bij Julia Blees, de nieuwe secretaris-generaal van EuRIC, die de Europese wet- en regelgeving met argusogen volgt.

Maar wat leert dit ons nu? Dat we elkaar nodig hebben. Dat waar jij als bedrijf mee te maken krijgt ook van belang is voor de ander. Dat kun je delen of niet. Maar dat delen is wat een branchevereniging nodig heeft: dat iedereen meedoet, en elkaar attendeert op veranderingen die van belang kunnen zijn. Want de MRF is niet louter een bestuur. De MRF zijn wij allemaal, als collectief van professionele metaalrecyclingbedrijven. Een nuttige en noodzakelijke industrie, die een belangrijke rol speelt in het terugwinnen van miljoenen tonnen bruikbare materialen. Daar maakt de MRF zich hard voor. En daar hebben we jullie allemaal hard bij nodig. Ook in deze Circulaire presenteren we weer 3 nieuwe leden die overtuigd zijn van de meerwaarde van de MRF. 

Zoals onze voormalige voorzitter in zijn laatste column in Recycling Magazine Benelux schrijft: “Alleen moet geen ‘eenzaam’ worden, maar moet een ‘verenigd samenzijn’ zijn”.