Contantloos? Het is al jaren een gevoelig punt van discussie binnen onze branche: moeten we af van contante betalingen of niet? Het is zó gevoelig dat een discussie beginnen over het thema al gevoelig ligt. En toch wil ik het thema in deze column aansnijden, want daar is alle aanleiding voor, nu banken en overheden cash willen terugdringen. Ook in onze sector.
Feit is dat de Nederlandse economie inmiddels steeds meer contantloos wordt. Die trend is jaren geleden al ingezet en is door COVID-19 versneld: voor het eerst in de geschiedenis betalen consumenten nu meer met de pin dan contant. Ook de onderlinge betalingen gaan steeds meer digitaal via een Tikkie of betaalverzoek.
Betekent dit dat contant helemaal verdwijnt? Ook in onze sector? Wat mij betreft: twee keer nee. Contant geld zal als wettig betaalmiddel blijven bestaan en dat geldt ook voor onze sector waar het nog lang een zinvolle functie zal vervullen. Ik vind wel dat we moeten inspelen op een realiteit die snel verandert: er zijn toenemende veiligheidsrisico’s en het is lastiger geworden om contant geld geleverd te krijgen. De banken bouwen die dienstverlening in sneltreinvaart af, aangespoord door de overheid en financiële toezichthouders. Hierdoor is geld bestellen in de praktijk bijna onmogelijk geworden.
Wees gerust: ik ga niet pleiten voor een verbod op contant, maar ik denk wel dat we op zoek moeten naar een nieuw evenwicht: een andere ratio cash/ digitaal. Daarbij kunnen innovaties zoals Feeback een belangrijke bijdrage leveren. Daarnaast kunnen MRF-bedrijven zich bezinnen op hun betalingsbeleid: stoppen met contante inkoop of minderen?
De klant de vraag durven te stellen “wilt u contant of mag het ook worden overgemaakt?”. In de praktijk blijkt dat steeds minder (zakelijke) klanten vasthouden aan de contante betaling. Mijn ervaring is dat steeds meer klanten geen enkel probleem hebben met de digitale betaling.
Maar contant moet wat mij betreft blijven: recyclers en hun klanten hebben het recht daarvoor te kiezen. Dat recht zal ik blijven verdedigen, maar als voorzitter van een maatschappelijk verantwoorde MRF zeg ik: ‘een onsje minder mag best’.
Willeke Ketting voorzitter MRF