Deze website maakt gebruikt van cookies en verzamelt browsegegevens om u de beste ervaring te geven. Lees meer over de gegevens die wij opslaan in onze privacy policy.

In 2050 moet de bouw circulair zijn. Veel architecten en slopers zetten nu al vol in op het sluiten van kringlopen en hergebruik van gebouwen en materialen. Paddy Sieuwerts van architectenbureau cepezed ziet voor metaalrecyclers een nieuwe rol.

Foto: De houten vloerelementen in Bouwdeel D(emontabel) zijn uitgevoerd met zichtbare houten ribben, zonder plafondafwerking aan de onderkant. Dat reduceert het materiaalgebruik en past in de ontwerpfilosofie van cepezed, waarin ruwbouw afbouw is.

Neem de tijdelijke rechtbank in Amsterdam. Architectenbureau cepezed uit Delft ontwierp het pand als losmaakbaar bouwpakket – bedacht en gemaakt om te demonteren en te hergebruiken, niet om te slopen en in fracties te worden afgevoerd richting de breek- en sorteermachines op de werven van recyclers. Sloopbedrijf Lagemaat haalde het pand een jaar geleden helemaal uit elkaar en bouwt het dit jaar weer op in Enschede. Daar krijgt het een tweede leven als bedrijfsverzamelgebouw. De tijdelijke rechtbank is geen unicum. Cepezed ontwierp en bouwde in Delft in 2019 ook multitenant kantoor Bouwdeel D(emontabel). Het Zuiderstrandtheater in Scheveningen van Thijs Mauve Architectuur, Groenland Architecten en Atelier Wouter Hilhorst wordt voor hergebruik verplaatst naar Oss. Het oude Provinciehuis in Arnhem – nooit bewust ontworpen op hergebruik – is donorgebouw voor een circulair innovatiecentrum. De universiteit van Utrecht krijgt binnenkort een 60 meter hoog multitenant kantoorpand op het Science Park – met een volledig losmaakbare staalconstructie. En zo zijn er meer voorbeelden.

Grasduinen

Lagemaat is een van de Nederlandse sloopbedrijven die tegenwoordig opereren als ‘urban miner’. Zij komen niet meer met de sloopkogel naar panden, maar met teams die uit die panden bouwmaterialen ‘oogsten’. Inzet: 100% hergebruik. De werven en loodsen van deze urban miners liggen vol met tweedehands bouwmaterialen – van kozijnen tot systeemplafonds, van vloerbedekking tot gevelpanelen, beton en staal. Op websites van deze slopers kunnen architecten, aannemers en particulieren grasduinen in catalogi met herbruikbare materialen voor hun ontwerp, bouwplaats of eigen huis.

Op naar circulair Nederland

Losmaakbaar bouwen en urban mining zijn het antwoord van architecten en slopers op de eisen die de rijksoverheid voor de toekomst stelt. Nederland moet in 2050 een economie met gesloten kringlopen zijn, de bouw incluis. En dat streven is als het aan de overheid ligt al in 2030 voor de helft gerealiseerd. Over minder dan zeven jaar moet de Nederlandse economie toe kunnen met 50% minder primaire grondstoffen – naast minerale en fossiele grondstoffen ook metalen. De bouwindustrie heeft in die transitie een belangrijk aandeel: bijna een kwart van het afval in Nederland komt uit de bouw (23,5%, bron: CBS, november 2019) – en dat is exclusief de 11 miljard kilogram sloopafval uit bestaande gebouwen. Gevolgd door de metaalindustrie, met 10,2%. De bouw is overigens ook de grootste hergebruiker, stelt het CBS.

Gevaar of kans?

Onder aan de streep betekenen losmaakbaar bouwen en urban mining: minder materiaalstromen richting de werf. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor MRF-leden? Loert hier gevaar of ligt er een kans voor de branche? Jacques Driebergen van MRF-lid Overdie in Alkmaar verwacht dat losmaakbaar bouwen en slopen voor hergebruik geen grote vlucht zal nemen: “Onderaan de streep kijkt ook zo’n urban miner gewoon naar het rendement. Urban mining kost veel meer geld omdat alles met de hand uit een pand moet worden gesloopt. Momenteel hebben we ook nog eens een groot gebrek aan handjes. De impact op onze branche zal zodoende gering zijn.”

Handel in stalen balken

Wat niet wegneemt dat Overdie in de geest van de urban miners handelt in stalen balken: “Wij hebben een staalhandel die nieuwe en gebruikte balken verkoopt. Wij kopen van slopers uit de regio gebruikte balken uit de sloop. Die gaan naar de staalhandel, die kan deze producten soms hergebruiken. Dat gaat om stalen balken, maar ook om bijvoorbeeld trappen. Met deze handel doen we iets extra’s voor onze klanten – die gebruikte staalproducten zijn goedkoper dan nieuw - én we doen het omdat wij er geld aan verdienen. Dit doen we overigens al dertig jaar – dus ver voordat de architecten remontabele gebouwen zijn gaan ontwerpen en urban miners producten uit slooppanden gingen halen om te hergebruiken.”

Dertig procent duurder

Als het om dat rendement gaat: algemeen directeur Gaby Foekens van het Zaanse bedrijf Foekens sloopcombinatie neemt dat rendementsverlies voor lief. Het bedrijf uit Zaandam stripte recentelijk het Fluorgebouw in Haarlem tot op het casco – met handjes in plaats van de sloopkogel. Dat deed het bedrijf bovendien volgens de strenge richtlijnen van de nieuwe Verificatieregeling Circulair Slopen. Foekens is de eerste om te erkennen dat circulair slopen volgens de verificatieregeling duurder is en veel extra tijd en arbeid vraagt: “Is het rendabel? Nee. Dit is dertig procent duurder in manuren. Is het nodig dat we het zo doen? Ja. Dit is de weg naar de toekomst, naar een volledig circulaire bouw en sloop zoals die in 2050 van ons verlangd wordt. Onrendabel werken zie ik als de investering die deze beginfase van ons vraagt. Rendabel wordt het als er meer vraag ontstaat naar deze manier van slopen. Voor nu moeten we opdrachtgevers nog echt meenemen, er is vaak toch wat angst ten aanzien van de planning en de kosten. Maar ook dat gaat veranderen.”

Op termijn actueel

Mark Kuijken van Milieu Service Brabant merkt in de praktijk naar eigen zeggen weinig tot niets van de veranderingen in de architectuur en de duurzame sloop: “Maar op termijn, dat beseffen we goed, komt het ook naar onze sector toe. Als puinbrekers zijn wij al lang bezig met circulariteit. Het is aangetoond dat gebroken betonpuin uitstekend gebruikt kan worden in nieuw beton, als vervanging van grind. Daarmee beperk je de aanspraak die je doet op de primaire grondstof grind. Maar wij lopen tegen de primaire grondstoffenindustrie op. Dat is een strijd. Ik ben 48 en ik ga niet meer meemaken dat dat verandert. Ook is de vraag: hoe recyclebaar is beton met een aandeel gebroken puin? Dat geldt ook voor sloophout. De herinzetbaarheid als spaanplaat houdt gewoon een keer op. Bij metaal ligt dat iets anders, daar is die cyclus veel langer. Ik denk ook dat in die tak van de recyclingbranche dit vraagstuk sneller actueel zal worden.”

Adviseren en refurbishen

Ook architect en partner Paddy Sieuwerts van architectenbureau cepezed plaatst een kanttekening bij de effecten van de circulaire bouw op de metaalrecycling: “Alle ontwikkelingen op het gebied van losmaakbaar bouwen en urban mining ten spijt: er is een gigantische voorraad van gebouwen met materialen die we niet kúnnen oogsten maar gerecycled moeten worden. Die stroom blijft naar de werven gaan. Ik denk dat de metaalrecyclers zich misschien moeten gaan toespitsen op een adviserende rol. Als een materiaal niet kan worden hergebruikt, wat kunnen we er dan nog wel mee? Wat kan een architect of bouwer bijvoorbeeld nog met staal buitenom dat verzinkt is? Of staal met een brandwerende coating?” Een tweede nieuwe rol die Sieuwerts in de toekomst voor recyclers ziet, is het refurbishen van bouwmaterialen: “Soms is een bouwdeel te specifiek of te beschadigd om te hergebruiken. De metaalrecyclers zouden de partij kunnen worden die profielen en knopen een kleine opknapbeurt geeft of herspecificeert voor een volgende project.”

Afzetten van waardestromen

Bas Krommenhoek van de Rotterdamse metaalrecycler Krommenhoek Metals gelooft niet dat losmaakbaar bouwen veel impact zal hebben op de branche: “Ik heb het idee dat het een beetje voor de bühne is. Het is niet opschaalbaar, het blijft bij pilots.” Maar, zegt Krommenhoek: “Wij zijn wel heel actief als het gaat om circulariteit en hergebruik. Op de Ladder van Lansink is preventie de hoogste trede. Maar uiteindelijk wordt een gebouw toch gesloopt. Dan kom je een tree lager uit, bij hergebruik en daarna recycling. Op dat gebied zijn wij al op veel fronten actief. We kopen verkeerd geproduceerde staalknuppels op, een halffabricaat voor betonwapeningen - krom of niet met de juiste legering - en verkopen ze aan partijen die ze kunnen hergebruiken, bijvoorbeeld als contragewicht in bruggen, sluizen of schepen. Wij kopen stalen ponsdoppen op, een afvalproduct dat vrijkomt bij ponsen van staal en zetten dat verwerkt tot nieuw product weer af, onder andere in de sluis van Terneuzen. Wij keken samen met een circulair consulent ook al eens naar de mogelijkheid om scheepsplaten te hergebruiken in gebouwen. Dat is allemaal duurzaam en circulair, ‘uitstel van executie’ van de recyclingfase. Het gaat ons daarbij om het goed afzetten van waardestromen. In veel gevallen is hergebruik simpelweg niet haalbaar en is recycling de beste oplossing de ‘afvalstof’ is in werkelijkheid een secundaire grondstof voor de productie van nieuw metaal. Primaire grondstoffen in de aarde hoeven niet ontgonnen te worden, door de inzet van schroot. Uiteindelijk zorgt een financiële prikkel ervoor dat het materiaal op een goede manier wordt gerecycled. Dit is al heel goed geregeld. Uiteraard moeten we kijken hoe zaken beter kunnen. Eén mogelijkheid die veelbesproken wordt is ‘design for recycling’. Dit betekent dat ontwerpers van nieuwe producten beter nadenken over hoe ze eenvoudig te recyclen zijn als deze producten ‘end of life’ zijn. Zo kan het materiaal opnieuw ingezet worden als grondstof. Dat gaat echt het verschil maken.” MRF-directeur Hans Koning is ervan overtuigd dat circulair bouwen en urban mining een stevige aansturing van bovenaf vragen voordat ze een marktbreed fenomeen worden - en daadwerkelijk voor veranderingen zorgen op de werven van de metaalrecyclers: “Een ding is zeker: zonder een veel scherpere overheidssturing gaan demontabel bouwen en slopen voor hergebruik niet heel groot worden. Dat gaat niet gebeuren op basis van alleen de markt of een wens in een beleidsprogramma voor de circulaire economie.”

Tekst Hans Fuchs | Beeld cepezed/Lucas van der Wee
Gepubliceerd in de MRF Circulaire