Deze website maakt gebruikt van cookies en verzamelt browsegegevens om u de beste ervaring te geven. Lees meer over de gegevens die wij opslaan in onze privacy policy.

Emmanuel Katrakis, secretaris-generaal van de European Recycling Industries Confederation (EuRIC), volgt de dossiers in Brussel op de voet, en is het aanspreekpunt voor de Europese beleidsmakers in Brussel als het gaat om recycling. De ongebreidelde groei aan nieuwe regelingen voor producentenverantwoordelijkheid baart de Europese recyclingorganisatie zorgen.

Wat zijn nu de centrale thema’s in Brussel?

Er is sprake van een Brusselse vloedgolf aan nieuwe wet- en regelgeving voor de recyclingsector. Afgelopen keren heb ik het in deze rubriek uitgebreid gehad over de dreigende herziening van de EVOA Verordening, die als een donderwolk boven de keten hangt. Die strijd gaat nu de slotfase in. Verder gaat onze aandacht uit naar de nieuwe verpakkingsrichtlijn, die wordt omgezet in een direct bindende Verordening. Wij zijn voorstander van de voorgestelde verplichting tot het inzetten van gerecyclede materialen bij de productie van nieuwe verpakkingen. Er ligt ook een voorstel om de exportmogelijkheden van AEEA naar OECD-landen aan banden te leggen, als deze gedepollueerd en gesorteerd zijn. Hier hebben we als EuRIC scherp op gereageerd. Verder hebben we onlangs een persbericht doen uitgaan over de voorstellen en ideeën die er liggen in Brussel om producentenverantwoordelijkheidsregelingen te versterken en uit te breiden.

Om met dat laatste te beginnen: producentenverantwoordelijkheid is toch een goede ontwikkeling?

Zeker, producenten moeten verantwoordelijkheid dragen voor de producten en stoffen die zij op de markt brengen. EuRIC dringt net als bijvoorbeeld de MRF al vele jaren aan om ‘design for recycling’ te verplichten. Immers, 80% van de milieu-effecten wordt bepaald in het ontwerpstadium. Dat is echter niet waar in Brussel de aandacht van beleidsmakers in eerste instantie naartoe gaat. Beleidsmakers zien de nieuwe regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (EPR-regelingen) als een wondermiddel om het afvalbeheer te verbeteren en de lasten ervan vanuit het beginsel ‘de vervuiler betaalt’ te verschuiven naar producenten. Hierdoor is in de EU het aantal EPR-regelingen sterk gegroeid in de afgelopen jaren.

En is dit dan een slechte ontwikkeling?

EPR-regelingen kunnen effectief zijn wanneer recyclers of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij hun bestuursorganen. Hiermee wordt dan de expertise ingebracht die fabrikanten doorgaans missen. EPR-regelingen spelen ook een belangrijke rol om via een effectieve ecomodulatie de recycleerbaarheid van en de hoeveelheid gerecycled materiaal in producten te bevorderen. Met eco-modulatie wordt bedoeld dat voor het gebruik van materialen meer moet worden betaald dan voor milieubelastende materialen die beter zijn voor het milieu. Bijvoorbeeld omdat ze beter recyclebaar zijn. Hiermee wordt ‘circulair ontwerpen’ gestimuleerd. Er zijn tal van goede voorbeelden van producentenverantwoordelijkheidsregelingen in Europa, maar teveel van die regelingen vormen een groot risico om te investeren in de recyclingsector.

Wat moet er veranderen?

Europese en nationale beleidsmakers moeten meer nadenken over wat met de regeling wordt beoogd, en in hoeverre een EPR-regeling überhaupt hieraan kan bijdragen. EPR-regelingen zouden eigenlijk alleen dan mogen worden ingevoerd, als de kosten voor inzameling en recycling hoger zijn dan de economische waarde van de recyclingstroom. Europese en nationale beleidsmakers moeten ook veel meer toezicht houden op de wijze waarop nieuwe EPR-regelingen worden ingevoerd.