Deze website maakt gebruikt van cookies en verzamelt browsegegevens om u de beste ervaring te geven. Lees meer over de gegevens die wij opslaan in onze privacy policy.

Professioneler en efficiënter

Van een overnamegolf lijkt nog geen sprake, maar de sector liet het afgelopen jaar tot driemaal toe een opmerkelijke krachtenbundeling zien, van regionale tot Europese schaal. Wat zijn de trends achter deze dynamiek? De hoofdpersonen vertellen.

Met de overname begin december van de Bossche IJzer- en Metaalhandel Van Erp kreeg Raak Metals er zijn zesde vestiging bij. Het bedrijf uit Tilburg ziet zijn marktpositie verder uitgebreid. “We dekken nu Brabant helemaal af, evenals een stuk Zeeland en Gelderland. Ook in Noord-Limburg hebben we klanten”, vertelt operationeel/financieel directeur Will van Aerle. Samen met algemeen directeur Maarten van Raak stippelde Van Aerle vijf jaar geleden een groeistrategie uit. De twee gingen langs bij metaalrecyclers in andere delen van het land om hen te interesseren voor een krachtenbundeling. “Ze reageerden vaak positief. Er zijn veel familiebedrijven in onze sector. Sommige eigenaren hadden geen opvolger”, zegt Van Aerle. “Kinderen voelen zich niet meer automatisch geroepen om het stokje van hun ouders over te nemen. Ook zien bedrijven de wereld veranderen. Ze moeten kostenefficiënter en duurzaam werken, wat nieuwe investeringen in technologie vergt. De werkdruk neemt toe. Veel bedrijven redden het niet meer in hun eentje. Het druppelde trouwens snel door in de markt dat wij op zoek zijn naar overnamekandidaten. Niet dat we snel tevreden zijn. We willen de nummer 1 in de regio hebben. Bedrijven moeten hun zaakjes goed op orde hebben en netjes werken, en ze moeten goed aansluiten bij ons bedrijf.”

Schaalvergroting 
Zo breidde Raak uit met de aankoop van Martens Metaal in Elst in 2018, het Bredase Stolwerk in 2020, in najaar 2021 Knobel in Roosendaal en eind 2022 Van Erp in Den Bosch. Vorig jaar verwerkte het bedrijf 150 duizend ton. De aankoop van Martens bracht naast de metaalrecycling ook de demontage van transformatoren, stroomkabels en gietijzeren gasbuizen binnen de bedrijfsactiviteiten. De schaalvergroting biedt Raak enorm veel kansen, aldus Van Aerle. “We kunnen optimalisatieslagen maken. Je kunt je mensen inzetten waar de pieken zijn. We hebben de verkoop gecentraliseerd, dus we staan krachtiger tegenover onze afnemers. Dat geldt ook voor de kostenkant. Een aantal nieuwe kranen hebben we goedkoper kunnen aanschaffen en we hebben voor alle werven een gunstiger energiecontract weten af te sluiten. Nu we meerdere locaties hebben, kunnen we ook veel slimmer omgaan met transportbewegingen. Op alle terreinen is er synergie.”

Raak wil het familiekarakter van de overgenomen bedrijven zoveel mogelijk behouden. Van Aerle: “Ook de naam veranderen we niet. We zien dat de eigenaren daar enorm aan

hechten. Doorgaans heeft zo’n bedrijf al tientallen jaren een uitstekende naam. Aan die bekendheid moet je niet tornen. Dat is beslist een van de succesfactoren achter onze groei. Ook behouden de vestigingen een grote mate van autonomie, omdat we willen dat ze flexibel kunnen schakelen naar de regionale vraag. Al zijn we groter gegroeid, naar de klant toe blijven we een platte organisatie.” De metaalrecyclingsector is beslist in beweging, vindt Van Aerle, “maar het gaat mij te ver om te spreken van een overnamegolf. Vooralsnog zie ik geen andere metaalrecyclers doen wat wij doen.”

Professionalisering
Voor Piet Knobel, voormalig directeur van een van de door Raak overgenomen bedrijven, zijn veranderingen in de sector onvermijdelijk. “In onze branche is een proces naar meer professionalisering aan de gang. Dat is nodig. Traditioneel aangestuurde bedrijven gaan het niet redden. Er is een be- paalde omvang nodig om dingen voor elkaar te krijgen. Veel bedrijven gaan zich specialiseren, bijvoorbeeld in de verwerking van e-scrap, om zich zo te onderscheiden van hun concurrenten. Het gaat niet meer alleen om tonnages. Als je niet in deze ontwikkeling mee kunt gaan, hou je het misschien nog eventjes vol maar je bedrijf is ten dode opgeschreven.” Zelf kon Knobel niet de noodzakelijke investeringen opbrengen, en zo kwam het bedrijf bij Raak terecht.

Om de groei van Raak te ondersteunen werkt het bedrijf samen met private investeringsmaatschappij Gilde. “Wat ons aansprak in Raak”, vertelt senior-partner Eschwin Hetzenauer van Gilde Equity Management, “is dat het bedrijf goede ideeën heeft over de toekomst van de sector. Het is een meer dan honderd jaar oude industrie. In elke stad of dorp zit van origine wel een schroothandel. Als je deze bedrijfstak nu opnieuw op zou moeten zetten, zou je dat heel anders aanpakken: professioneler en efficiënter. Wij zien dat bedrijven als Raak vooruitstrevend zijn en volgende stappen willen zetten. Het bedrijf wil meer voor zijn klanten betekenen. Afnemers willen niet alleen een leuke prijs, ze willen inzicht in hun CO2-uitstoot en de hoeveelheid afval die ze produceren, omdat ook hún klanten dat willen weten”, verwijst hij naar het door Raak ontwikkelde portal, waar klanten tonnages en prijzen en ook bespaarde CO2 in kunnen zien. “Aan zo’n wens kun je geen gehoor geven als je onvoldoende schaalgrootte hebt. Als je over meerdere bedrijven en medewerkers beschikt, kun je meer doen aan duurzaamheid, circulariteit en alles wat daarbij komt kijken. Wij denken dat het daarheen gaat. Zo’n ontwikkeling is voor ons interessant, want wij kunnen wat toevoegen. We werken veel met familiebedrijven die voor een dergelijke opgave staan.”

Hetzenauer bespeurt nog een evidente reden waarom consolidatie in de sector onafwendbaar is: de geopolitieke ontwikkelingen hebben de nadruk gelegd op het belang van het regionaal inkopen van grondstoffen. Metaalschroot uit de regio wordt daarmee steeds belangrijker voor grote smelters om leveringszekerheid van grondstoffen te waarborgen. “Bedrijven die samengaan kunnen hierin krachtiger optreden. Voor grote smelterijen is het gewenst dat ze met partijen zaken kunnen doen die een zekere schaalgrootte hebben.”

Batterijen
In september vorig jaar nam Huiskes Metal & Electronics Recycling batterijenrecycler Van Peperzeel in Lelystad over. Beide bedrijven zijn van origine actief in de metaalrecycling. Huiskes is zich sterk op e-waste gaan richten, terwijl Van Peperzeel zich tot marktleider in de inzameling en recycling van lithiumbatterijen heeft ontwikkeld. Directeur Dirk Huiskes ziet de stroom batterijen die zijn bedrijf in Waalwijk verwerkt, gestaag toenemen. “Dat zal alleen maar meer worden. Over niet al te lange tijd komen er grote aantallen accu’s van elektrische auto’s, scooters en fietsen op de markt, en een deel ervan is niet geschikt voor hergebruik. Voor ons is dit een veelbelovende markt. We willen geen standaardhandelaaren -inzamelaar meer zijn, maar ons verdiepen en het verwerken van dit soort deelstromen tot in de puntjes beheersen.” Johan van Peperzeel, de éminence grise van de batterijrecycling in ons land, schat dat er rond 2035 in Europa een recyclingcapaciteit van circa één miljoen ton nodig zal zijn. Dat blijkt uit de prognoses van Europese batterij-recyclingassociatie EBRA, waar Van Peperzeel voorzitter van is. “Dat is een gigantische stijging. Op dit moment wordt er in Europa jaarlijks maar 50 duizend ton aan lithiumaccu’s gerecycled.”

Binnen een jaar of vijf, voorspelt Van Peperzeel, zal in Europa een groot aantal recyclingfabrieken in bedrijf zijn. De technologie om uit accu’s materialen als kobalt, nikkel, koper, lithium en grafiet terug te winnen is al beschikbaar. Zelf werkt het bedrijf aan een procedé om lithium te winnen uit de ‘black mass’ van geshredderde batterijen. De eerste proeven zijn gestart, eind 2024 zou de technologie operationeel moeten zijn. “Dan moeten we ook klaar zijn, want vanaf 2025 komen de eerste grote volumes aan lithiumaccu’s aan het eind van hun levensduur. Als de proef mislukt, niet getreurd, dan kopen we bestaande technologie in. Maar eind volgend jaar moet er wel iets staan. De uitdaging is ook in ons land grootschalig lithiumaccu’s te gaan recyclen.” Nieuwe technologie speelt een hoofdrol in de nieuwe plannen, stelt Huiskes. “Lange tijd waren er in onze sector weinig technische ontwikkelingen. De laatste jaren is het opeens heel hard gegaan. We zijn een inhaalslag aan het maken. De scheidingstechnologie wordt steeds beter.” Volgens Van Peperzeel is het samengaan met Huiskes de perfecte match. Zelf leidt hij het bedrijf nog tot maart 2024, samen met dochter Senna als general manager, en blijft hij daarna als adviseur actief. “De kinderen wilden het bedrijf niet volledig overnemen. We hebben nu een hele goede oplossing gevonden, waardoor de continuïteit van de onderneming is veiliggesteld. En ik weet me verzekerd van veel jongere en energieke mensen die deze kar kunnen trekken.”

ArcelorMittal
Een spraakmakende ontwikkeling is de overname eind vorig jaar van Riwald door ArcelorMittal. Het bedrijf van de familie Huzink verwerkt op zijn werven in Almelo en Beverwijk jaarlijks 370 duizend ton schroot, van elektrische apparatuur tot treinstellen en vliegtuigen. Het Britse staalconcern is al langer actief met aankopen in verschillende Europese landen. Vorig jaar werden metaalrecyclers in Schotland en Duitsland overgenomen. Kort na Riwald volgde de aankoop van het Poolse Zlomex. In totaal zijn de vier aanwinsten goed voor jaarlijks 1,5 miljoen ton schroot. ArcelorMittal kiest nadrukkelijk voor recyclers die hebben geïnvesteerd in nieuwe machines en er een moderne en schone bedrijfsvoering op na houden, weet Riwald-directeur Gert Huzink. “We begonnen tien jaar geleden al te investeren in hightech metaalrecycling voor een maximale terugwinning van grondstoffen. Dat is niet alleen duurzaam, maar levert ook een hoogwaardige schrootkwaliteit op. Sindsdien zijn we in duurzaamheid blijven investeren, onder meer in elektrische machines. Onze inspanningen wekten de interesse van ArcelorMittal.” Het staalbedrijf heeft verschillende redenen om zich buiten de eigen tak van sport - de ijzersmelterij - te begeven. Het wil zijn gigantische CO2-uitstoot omlaag brengen en daar heeft het secundaire grondstoffen voor nodig. Door metaalrecyclers over te nemen verzekert ArcelorMittal zich van voldoende aanvoer. De toenemende grondstoffenschaarste speelt voor de Britten ook zeker mee, beaamt Huzink. “Circulariteit wordt steeds belangrijker.”

Huzink verwacht dat er meer overnames gaan plaatsvinden. “Ik ben daarvan overtuigd, zeker in Europa. Of andere ijzersmelterijen mee zullen gaan, weet ik niet. Elk bedrijf maakt daarin zijn eigen keuzes en moet er zelf voor zorgen dat het bestaansrecht heeft. Voor het ene bedrijf is dat een overname, terwijl de ander zelfstandig blijft en op de bestaande manier verder gaat.”

De verkoop was geen gemakkelijke beslissing. In het bedrijf zit ruim dertig jaar ziel en zaligheid van de familie Huzink. “Het belangrijkst is dat het bedrijf blijft voortbestaan, we hebben vijftig werknemers in dienst; iedereen kan blijven. Het is een enorme waardering dat ook onze naam doorgezet wordt. We hebben immers een prima reputatie. Voor ons is dit een goede stap naar de toekomst. We zijn een gezond bedrijf en er zit nog veel potentie in de markt. We kunnen nog veel verder groeien.”

Pieter van den Brand

Gepubliceerd in de MRF Circulaire van maart 2023