Deze website maakt gebruikt van cookies en verzamelt browsegegevens om u de beste ervaring te geven. Lees meer over de gegevens die wij opslaan in onze privacy policy.

E-mail

mail@mrf.nl

Telefoon

T: +31 (0)70 362 46 10

Adres

Postadres: Postbus 85645 2508 CH Den Haag

MRF wordt ondersteund door Lejeune Association Management te Den Haag (zie www.lejeune.nl)
MRF
Alles over de MRF, het keurmerk en waar wij voor staan
Lees meer
Standpunten
De standpunten en actueel besproken thema’s in de branche
Lees meer
Leden
Het MRF ledenoverzicht
Lees meer
Agenda
Bekijk toekomstige MRF en beursevenementen
Lees meer
Meldpunt diefstal
Meld nu een diefstal
Lees meer
E-Waste
Doe mee met de stimuleringsregeling E-Waste!
Lees meer

Bekijk de nieuwste MRF Circulaire!

Het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS) onderzoekt ontwikkelingen die gevolgen hebben voor de veiligheid en stabiliteit; in de wereld en dus ook in Nederland. Het onafhankelijke instituut is bij het grote publiek vooral bekend door de geregelde mediaoptredens van directeur Rob van Wijk over de situatie in Oekraïne en andere brandhaarden. Maar risico’s voor de veiligheid en stabiliteit kent vele gezichten. Neem de Nederlandse afhankelijkheid van kritieke grondstoffen. Dat is het terrein van onderzoeker Michel Rademaker. Wij spraken hem in het statige pand van HCSS aan het Lange Voorhout vlak bij het hart van politiek Den Haag.

Hoe afhankelijk is Nederland van kritieke grondstoffen uit het buitenland?

Die afhankelijkheid is groot en in een steeds instabielere wereld: te groot. Als je niet voldoende zelfvoorzienend bent, word je dus steeds kwetsbaarder. De afhankelijkheid van land A van grondstoffen uit land B maakt land A kwetsbaar en in het ergste geval chantabel. Een van de eerste voorbeelden waar grondstoffen als geopolitiek wapen werden gebruikt, speelde in Azië. De ruzie tussen China en Japan over een eilandengroep werd destijds beslecht door een dreigende exportstop. In het Oekraïense conflict zien we dat Rusland bepaalt of de export van het Oekraïense graan mogelijk blijft. Grondstof als geopolitiek wapen dus.

De huidige mondiale metaalketen wordt steeds meer gedomineerd door China. Niet alleen omdat China zelf veel zeldzame metalen produceert, maar ook omdat het land op een groot aantal plekken in de wereld strategische posities inneemt. Denk aan hun belangen in mijn-bouw in Afrika, maar ook de aankoop van de LME. Ook de dominante rol in veel normcommissies versterkt hun invloed. Dit krijgt nog weinig aandacht, maar dit is een cruciale ontwikkeling, want in die commissies worden wereldwijde standaarden voor uiteenlopende producten en grondstoffen bepaald. Denk aan de ISO-standaarden. In deze commissies zitten vooral deskundigen van bedrijven die per definitie hun eigen belang dienen en niet per definitie vanuit een nationaal belang acteren. China doet dat anders: de Chinese staat levert voor deze commissies heel veel centraal aangestuurde deskundigen en geld.

Het risico bestaat dat daardoor wereldwijde standaarden steeds meer vooral de Chinese economie dienen. De invloed van China op de mondiale economie neemt alleen maar toe. Die groeiende Chinese invloed is volgens Rademaker maar moeilijk terug te draaien. 

Hoe moet de Nederland hiermee omgaan?

Het begint bij de erkenning dat de Chinese invloed enorm nis. Het is in ieder geval zaak op goede voet met China te blijven. Daarnaast moet Nederland de buitenlandse af- hankelijkheid beperken door zelf in te zetten op nationale Europese mijnbouw en raffinage, kortom: eigen productie van metalen en opvoeren van de raffinagecapaciteit. Urban-mining/metaalrecycling wordt ook steeds belangrijker. Ook de samenwerking binnen de metaalketen wordt steeds meer noodzakelijk. Rademakers advies aan alle partners binnen de Nederlandse metaalketen: werk intensief samen aan de nationale grondstoffenstrategie die recent uitkwam. Onderdeel van die strategie is ook eigentijds innoveren. Bedrijven innoveren nog steeds vooral om de efficiëntie van de productie te verbeteren: kan het sneller en goedkoper? ‘‘Het is volgens mij de hoogste tijd voor een andere vorm van innovatie, bijvoorbeeld om de energietransitie te realiseren. Efficiency is dan niet per definitie het doel maar bijvoorbeeld circulariteit. En hier speelt de overheid een cruciale rol. Neem een wettelijk verplichte inzet van secundaire materialen in nieuwe producten. Dat kan voor bedrijven financieel pijnlijk zijn, maar uiteindelijk is het goed voor het klimaat en de economie.’’

Jules Wilhelmus 
Gepubliceerd in de MRF Ciruclaire oktober 2023